Wat het verschil is tussen Jan Klaassenspel en een sprookjesachtig poppenspel

Jan Klaassen, de baby en Kartrijn

In het begin van mijn poppenspel carrière wilde ik niets van Jan Klaassen en Katrijn weten. Groot geworden met de verhalen van Camilla Koevoets van Poppentheater Toermalijn, wilde ik ook graag in die lijn mijn verhalen gaan vertellen. Sprookjesachtige verhalen. Sprookjesachtig omdat het verhaal ook zich in de huidige tijd kan afspelen zonder allerlei sprookjesfiguren als heksen, trollen, tovenaars, koningen en prinsessen die gered moeten worden door een knappe prins.

Toch ook overeenkomsten?

Het grappige is wel dat in mijn sprookjesachtige verhalen wel allerlei elementen zitten die ook voor komen bij het Jan Klaassenspel. Verstoppen, iets niet goed verstaan, achtervolgingen en natuurlijk reacties uitlokken bij het publiek. Het gevaar bij sprookjesachtig spel dat je figuren out of character kunnen raken. Een pop valt dan eigenlijk even uit zijn rol om iets te zeggen wat niet in lijn is met het verhaal. Met andere woorden de pop zegt iets wat hij eigenlijk niet kan weten.

De verschillen

Bij het Jan Klaassenspel heb je dat niet. Dat komt omdat Jan Klaassen en Katrijn zich in de huidige tijd afspeelt. In de tegenwoordige tijd en niet in een denkbeeldige tijd zoals bij sprookjesachtig wel het geval is. Daarom leent het Jan Klaassenspel zich bij uitstek voor commentaar op de situatie die zich op dat moment afspeelt. Je kunt gebruik maken van de actualiteit. Iets dat bij een sprookjesachtig spel is uitgesloten. Doe je het wel dan verliest je voorstelling aan geloofwaardigheid.

Nog een verschil tussen beide vormen is dat Jan Klaassen een uitvergroting is van de werkelijkheid, de realiteit. De bewegingen zijn extreem groot en bijna overdreven. Het is een soort van slapstick. Op de andere manier spelen kan veel verfijnder bijna poëtisch. Sprookjesachtig kan subtieler. Jan Klaassen is meer van dik hout zaagt men planken.

Waarom nu ineens wel Jan Klaassen?

Waarom heb ik dan toch het Jan Klaassenspel omarmt en moest ik bijna 30 jaar geleden niets van weten? In de loop der jaren verdiep je je natuurlijk in het vak waar je zoveel plezier aan beleefd. Maar ik was wars van veel Jan Klaassenspelers die met de figuur een soort moraalridder gaan uithangen. Het traditionele spel is anders. Dat is hard, rauw en zelfs gewelddadig. Echter het spel herbergt een bepaalde symboliek. Daar houd ik van. Het eerste barstje in Jan Klaassen is niet leuk kwam toen ik op het festival in Meppel Wim Kerkhove het traditionele spel zag spelen. Hij was toen nog de poppenkastspeler van de Dam in Amsterdam.

Traditie moet behouden blijven

Hij begon de Jan Klaassenacademie om de traditie van het Jan Klaassenspel in ere te houden en niet verloren te laten gaan. Veel poppenspelers, jonge poppenspelers, spelen niet meer in een kast zoals Jan Klaassen eigenlijk vereist. Ik hoorde veel enthousiaste verhalen over de academie en ben hem gaan volgen nadat ik op de Dam ook de Italiaanse en Engelse versie had gezien. De academie heb ik gevolgd bij Egon Adel de huidige speler van de poppenkast op de Dam.

Ook ik wil de traditie voortzetten. Het is tenslotte cultureel erfgoed geworden. Maar ik geef er wel mijn eigen draai aan.Want het spel is wel heel traditioneel, is stereotiep en rolbevestigend. Echter dat kun je heel makkelijk doorbreken en aanpassen aan de huidige beeld van de samenleving. Dat is ook de kracht van het Jan Klaassenspel. Bovendien vanwege het traditionele karakter kun je hier natuurlijk leuk mee spelen. Waardoor je publiek er zich bewust van wordt. Een spiegel voorhouden is wat je doet. Net als een aantal cabaretiers tegenwoordig doen. Pelle en Polle