Workshops Poppenspel bij MBO welzijn
Zes workshops poppenspel in twee dagen. Dat klinkt als een hele klus, toch?
Maar wat een ervaring was het! In totaal 150 studenten hebben kennisgemaakt met de wereld van poppenspel. Verdeeld over zes workshops van 90 minuten kreeg elke groep van ongeveer 25 leerlingen een flinke portie kennis en vaardigheden mee.
Stel je eens voor…
Je staat voor een groep studenten welzijn en vraagt: “Wie van jullie heeft wel eens een poppenspel gezien?”
Stilte.
Angstvallige stilte zelfs.
Slechts een enkele student stak aarzelend een vinger op. De rest? Die keken alsof ik ze vroeg of ze ooit op Mars waren geweest.
Maar toen ik vroeg naar Sesamstraat… Tommie, Ienie Minie, Purk en Pino? Ja, die kenden ze wel! Hun gezichten lichtten op. Herkenning!
Zo begon elke workshop. Met die ontdekking dat poppenspel eigenlijk al deel uitmaakte van hun jeugd, zonder dat ze het doorhadden.
Een boekje vol kennis
Omdat 90 minuten natuurlijk veel te kort is om alles te onthouden, had ik voor alle studenten een speciaal boekje gemaakt. Alle informatie uit de workshop, aangevuld met extra tips en trucs. Zodat ze thuis rustig alles nog eens kunnen nalezen. Of het kunnen gebruiken als leidraad bij het maken van hun eigen poppentheatervoorstelling.
Want dat is natuurlijk het doel: dat zij straks zelf aan de slag gaan met poppenspel in hun werk.
Leren door aanpassen
In de eerste ronde workshops begon ik nog met een stukje geschiedenis van het poppenspel. Best interessant, dacht ik. Maar ik merkte dat de aandacht wegzakte. Hun ogen dwaalden af. Ze wilden aan de slag!
Dus bij de tweede ronde? Weg met de geschiedenis. Direct naar de praktijk. En wat een verschil maakte dat!
Zo leer je als workshopleider ook voortdurend bij. Elke groep is anders. Elke groep vraagt om een andere aanpak.
Eerste keer een poppenkop vasthouden
Na het eerste deel van mijn verhaal deelde ik de poppenkopjes uit. Je had de gezichten moeten zien!
Heel voorzichtig pakten ze de kleine hoofdjes vast. Sommigen wisten niet eens hoe ze het kopje op hun vinger moesten krijgen. Voor veel vrouwelijke studenten was de halsopening te breed. Hun vingers zijn nu eenmaal wat slanker. Hilarisch was het als zo’n kopje van hun vinger afvloog en vrolijk rondjes ging draaien door de lucht.
Ook de docenten deden enthousiast mee. Ik denk dat zij net zo min als hun studenten ooit een poppenkastpop in hun handen hadden gehad.
Van chaos naar structuur
Bij de eerste workshops liet ik de studenten maar wat aanrommelen met de poppenkopjes. Dat leverde vooral chaos op. Iedereen deed maar wat.
Bij de volgende workshops had ik geleerd van mijn fout. Voordoen – nadoen. Zo simpel kan het zijn! Ik deed een beweging voor, zij deden het na. Nu had ik zicht op wat ze deden en konden ze het goed oefenen.
Het werkte perfect. Ze pikten de bewegingen snel op en gingen er meteen mee aan de slag.
Van giechelpartij naar echt verhaal
Na de individuele oefeningen kwam het grote moment: samen een kort poppenspelletje maken en dat spelen achter mijn poppenspelscherm.
De eerste groepen? Dat werd vooral een grote giechelpartij. Ze konden hun lachen niet inhouden. Niet zo gek natuurlijk, als je voor het eerst achter zo’n scherm staat met een pop aan je vinger.
Maar bij de laatste twee workshops gebeurde er iets moois. Ondanks het gelach ontstonden er echte verhaaltjes! Kleine, simpele verhalen, maar wel met een begin, midden en eind. En wat me nog meer opviel: ze pasten de bewegingen toe die ze individueel hadden geoefend. Ze hadden het echt geleerd!
Speelsheid behouden
Het waren zes geweldige workshops. Wat me het meest opviel? Deze studenten hebben hun speelsheid gelukkig nog niet verloren. Ze durfden zich kwetsbaar op te stellen, te experimenteren, fouten te maken.
Natuurlijk was er nog wel wat schroom en gêne te overwinnen. Dat hoort erbij. Maar je zag ze groeien tijdens de workshop. Van aarzelend naar enthousiast. Van onzeker naar speels.
Benieuwd naar hun voorstellingen
Ik ben ontzettend benieuwd hoe hun eigen poppentheatervoorstellingen er straks uit gaan zien. Wat voor verhalen gaan ze vertellen? Welke poppen maken ze? Hoe gaan ze hun publiek boeien?
Want dat is waar het uiteindelijk om draait: dat zij poppenspel gaan inzetten in hun werk met mensen. Om te verbinden, te leren, te raken.
Lessen voor mijzelf
Als workshopleider heb ik ook veel geleerd. Je kunt gerust een workshop tussentijds aanpassen als je merkt dat het niet aansluit bij je groep. Je hoeft niet bij alle workshops precies hetzelfde te doen. Het hangt af van hoe de studenten reageren op wat je aanbiedt.
Flexibiliteit is de sleutel . Luisteren naar je groep is essentieel.
Zo’n geweldig leermoment gun je jezelf als trainer toch ook?
Want uiteindelijk gaat het erom dat poppenspel weer een plekje krijgt in de wereld van welzijn en zorg. Dat deze studenten straks anderen kunnen laten ervaren wat poppenspel kan betekenen.
Daar ga je toch voor?